-heeft stijl, uitstraling, zoals past bij de functie en bij de gelegenheid.
-besteedt aandacht aan kleding, persoonlijke verzorging en aan het materiaal dat hij bij publiekscontact gebruikt.
-heeft goed contact met publiek, toehoorders,klanten en bezoekers bij de balie of dergelijke.
-past stijl en taal aan bij wat de situatie, klant of publiek vergt.
-reageert direct op vragen en reacties uit het publiek zonder doel en structuur van de zaak of van het betoog uit het oog te verliezen.
- blijft kalm en correct, ook bij weerstand en spanning of als er boos of onheus wordt gereageerd.
-boeit het publiek met een goed verhaal, verrassende wendingen, pakkende voorbeelden en dergelijke.
-gaat handig om met moderne hulpmiddelen. Is voorbereid op en reageert handig op storing en pech.
+ | Luisteren, Samenvatten, Doorvragen (mond.comm) |
+ | Model communiceren, waarnemen en interpreteren |
+ | Presenteren - de voorbereiding |
+ | Presenteren - de opbouw |
+ | Presenteren - het geven van een presentatie |
+ | Smalltalk - elevatorpitch |
+ | Mindmappen |
+ | Feedback op handelen d.m.v. een videoverslag |